AI in de klas: meer dan regels

06/10/2025 - Chatbots die huiswerkvragen beantwoorden, programma’s die automatisch feedback geven, algoritmes die voorspellen wie extra begeleiding nodig heeft, kunstmatige intelligentie (AI) dringt steeds verder door in het onderwijs. De techniek ontwikkelt zich sneller dan we kunnen bijhouden. Het roept enthousiasme op, maar minstens evenveel vragen.

Hoe zorg je dat die technologie eerlijk en verantwoord wordt ingezet?

Met de AI Act heeft de Europese Unie een stevig kader neergezet. Het is de eerste wet die AI systematisch probeert te reguleren. De Act maakt een onderscheid in risico’s: verboden toepassingen, zoals sociale scoring of AI die mensen bewust manipuleert; hoog-risicosystemen, waaronder AI die in het onderwijs wordt gebruikt; en laag-risico-toepassingen zoals eenvoudige chatbots, waarvoor vooral transparantie geldt. Op papier is dat helder, maar wie goed kijkt, ziet dat de AI Act meer is dan een juridische set regels. Onder die regels ligt namelijk een ethisch fundament.

Dat fundament is gebouwd op waarden die de laatste jaren steeds nadrukkelijker in het Europese debat doorklinken: veiligheid, autonomie, rechtvaardigheid. De AI Act is dus niet alleen een wet die zegt wat niet mag, maar ook een spiegel van wat wij als samenleving wenselijk vinden. In zekere zin is het juridisch minimum, maar ethisch maximum. De vraag is: wat doen we in het onderwijs met die spiegel?

Onderwijs staat expliciet in de lijst van hoog-risicodomeinen en dat is niet toevallig. Beslissingen die met hulp van AI worden genomen, kunnen bepalend zijn voor een hele schoolloopbaan. Denk aan de beoordeling van examens, de toewijzing van extra ondersteuning of de voorspelling van prestaties. Een kleine fout in een algoritme kan een groot effect hebben. Een verkeerd label kan een leerling jarenlang achtervolgen. Daarom is de leraar onmisbaar. AI kan ondersteunen, maar nooit vervangen. De menselijke blik, de professionele inschatting, het gevoel voor nuance, dat mag niet uit handen worden gegeven aan een systeem dat rekent in patronen en waarschijnlijkheden. Juist daar ligt de ethische grens.

Hoe vertaal je zulke grote principes naar de klas? Neem het idee van autonomie: een leerling moet altijd zelf de regie kunnen houden. AI mag adviseren of signaleren, maar nooit dwingen. Of denk aan rechtvaardigheid: ieder kind verdient gelijke kansen Systemen mogen ongelijkheid niet versterken door vooroordelen in data te herhalen. Uitlegbaarheid is minstens zo belangrijk: leerlingen, ouders en docenten moeten begrijpen hoe een systeem werkt. Mysterie en vaag vakjargon tasten het vertrouwen aan.

Het zijn mooie woorden, maar de praktijk is weerbarstig. Want wie is er eigenlijk verantwoordelijk als een AI-systeem een fout maakt? De leverancier die het systeem bouwde? De school die het invoerde? Of de overheid die het gebruik stimuleerde? En hoeveel data is nodig om AI goed te laten werken? En is het wel wenselijk dat leerlingen voortdurend worden gevolgd? De AI Act geeft hier nog geen sluitend antwoord op. Dat betekent dat scholen zelf hun positie moeten bepalen.

Een deel van die verantwoordelijkheid ligt in cultuur. Als AI alleen in bestuurskamers wordt besproken, komt er geen vertrouwen. Het gesprek moet plaatsvinden in de docentenkamer, in de klas en met ouders. Pas dan wordt duidelijk wat wel werkt en wat niet. Scholen die dat gesprek voeren, nemen de techniek niet klakkeloos over, maar maken er bewust keuzes in.

Er zijn stappen die helpen om AI in goede banen te leiden. Een AI- & Ethiekcommissie die toepassingen beoordeelt, bijvoorbeeld. Een leidraad waarin transparantie, privacy en menselijke eindbeslissing centraal staan. Training voor leraren, zodat zij weten wat de mogelijkheden en risico’s zijn. En misschien wel het belangrijkste: leerlingen zelf betrekken bij de discussie. Zij zijn de generatie die straks het meest met AI te maken krijgt.

De AI Act biedt een fundament, maar regels alleen zijn niet genoeg. Uiteindelijk gaat het om keuzes die verder gaan dan de letter van de wet. Wat is goed voor de leerling, voor de leraar, voor de samenleving? Als het onderwijs die vragen blijft stellen, kan AI een waardevol hulpmiddel zijn: een middel om leren te verrijken, niet om te beheersen. De uitdaging is helder: AI moet niet alleen slim zijn, maar ook rechtvaardig en mensgericht.

Meer nieuws